Retinoblastoom

Drs. Milo van Hoefen Wijsard

Drs. Milo van Hoefen Wijsard is werkzaam in Amsterdam UMC, locatie VUmc, Cancer Center Amsterdam, op de afdeling Oogheelkunde. We mochten hem een aantal vragen stellen over zijn onderzoek:

Wat onderzoek je?

Ik doe onderzoek aan retinoblastoom. Dit is een soort van kinderkanker in het oog. Gelukkig kan retinoblastoom momenteel goed behandeld worden en overleven de meeste kinderen deze ziekte. Een deel van de overlevenden ontwikkelt op latere leeftijd echter een andere vorm van kanker, een zogenaamde “tweede kanker”. Wij onderzoeken welke retinoblastoom patiënten risico lopen op het ontwikkelen van zo’n tweede kanker.

Retinoblastoom wordt veroorzaakt door een verandering in het DNA. Ongeveer de helft van de retinoblastoom patiënten hebben een erfelijke verandering in hun DNA. Dit betekent dat deze verandering in alle cellen in hun lichaam voorkomt. Als gevolg hiervan hebben zij een verhoogde kans op het ontwikkelen van andere vormen van kanker, later in hun leven. Ook is het bekend dat sommige behandelingen van retinoblastoom het risico op het ontstaan van een tweede kanker kunnen vergroten. Vroeger werden retinoblastoom patiënten vaak behandeld met uitwendige radioactieve bestraling. Maar toen bleek dat het risico op een tweede kanker hierdoor sterk toenam is deze behandeling grotendeels vervangen door verschillende vormen van chemotherapie. Wat het effect van deze chemotherapie is op het ontstaan van een tweede kanker is echter nog onbekend. 

Wij onderzoeken nu welk risico DNA veranderingen en therapieën geven op het ontstaan van een tweede kanker. Zo kunnen wij identificeren welke retinoblastoom patiënten een hoog risico hebben op het ontwikkelen van een tweede kanker later in het leven. 

Waarom is onderzoek naar dit onderwerp zo belangrijk? 

Door de flinke stappen die er gemaakt zijn in de diagnostiek en de behandeling van retinoblastoom overleven de meeste kinderen deze vorm van kanker en bereiken zij de volwassen leeftijd. Veel van hen krijgen door de sterk toegenomen levensverwachting wel te maken met de late effecten van de ziekte en de behandeling. Het gevolg hiervan is dat het optreden van een tweede kanker op dit moment de belangrijkste doodsoorzaak vormt bij patiënten die een erfelijke vorm van retinoblastoom hebben gehad. Dat maakt dat het heel belangrijk is om te achterhalen welke patiënten risico lopen op zo’n tweede kanker. 

Wat hoop je (op korte termijn) met dit onderzoek te bereiken?

Ik hoop dat we snel meer inzicht krijgen in welke kinderen met retinoblastoom precies een verhoogd risico lopen op een tweede kanker en wat voor vormen van kanker dit dan zijn. Zo kunnen we in de toekomst gerichter screenen op kanker bij deze overlevenden en een mogelijke behandeling eerder starten. Ook hoop ik meer inzicht te verkrijgen in het effect van de verschillende behandelingen zodat we kinderen met retinoblastoom kunnen behandelen met een therapie die het minst risico geeft op het ontwikkelen van een tweede kanker.

Wat maakt onderzoek naar kinderkanker zo lastig?  

Binnen wetenschappelijk onderzoek geldt over het algemeen dat je een grote groep patiënten moet bestuderen om betrouwbare resultaten te verkrijgen. In Nederland krijgen 10-15 kinderen per jaar retinoblastoom, wat het een uitdaging maakt om genoeg patiënten te vinden om goed onderzoek hieraan te kunnen doen. Gelukkig heeft onze retinoblastoom onderzoeksgroep wereldwijd goede contacten en voeren we veel onderzoek uit in internationaal verband. Door deze samenwerkingen zijn wij in staat een zo groot mogelijk aantal kinderen te kunnen onderzoeken. 

Foto: Dit (grote) internationale consortium maakt het onderzoeken van zoveel mogelijk retinoblastoom patiënten mogelijk.

Steun KiKa

Elke week krijgen 10 kinderen kanker.
19% redt het niet.

Doneer

Steun KiKa

De strijd tegen kinderkanker winnen we alleen als we het samen doen. Word donateur of steun ons éénmalig.

Doneren