Prisma project
Elk jaar worden ongeveer 120 kinderen in Nederland gediagnosticeerd met een hersentumor. Gelukkig zijn de behandelmogelijkheden inmiddels dusdanig dat steeds meer kinderen de ziekte en de behandeling overleven. Helaas kan de behandeling schade in de hersenen aanrichten.
Over het onderzoek
In dit project is eerst een literatuurstudie uitgevoerd om te kijken hoe groot de effecten op het functioneren van de hersenen zijn. Hieruit bleek dat kinderen die een hersentumor hebben gehad ernstig lagere intelligentie scores hebben en meer aandachtsproblemen. Kinderen die zijn behandeld met bestraling en/of chemotherapie hadden bovendien lagere intelligentie scores dan kinderen die alleen zijn geopereerd. Het is daarom belangrijk te proberen het functioneren van de hersenen van deze kinderen te verbeteren.
Neurofeedback liet bij andere patiëntgroepen veelbelovende effecten zien. Bij neurofeedback wordt de hersenen geleerd de gewenste hersenactiviteit te produceren bij een bepaalde situatie. Dit wordt gedaan door de hersenactiviteit te meten en te beïnvloeden door te belonen (feedback) bij de gewenste hersengolven. In deze studie is de effectiviteit van neurofeedback onderzocht bij kinderen die een hersentumor hebben gehad en klachten als gevolg van hersenschade hadden. Overeenkomstig met eerdere studies bleken deze kinderen last te hebben van tragere verwerking van informatie en een lagere intelligentie. Verder hadden zij problemen met aandacht, korte-termijn geheugen, controlerende en aansturende functies van de hersenen, en de samenwerking tussen ogen en handen. Bovendien werd er gevonden dat zij meer last hadden van psychosociale problemen, vermoeidheid en het goed uitvoeren van taken.
Het vervolg
Neurofeedback bleek echter geen positief effect te hebben op het functioneren van deze kinderen. Er kan daarom op basis van deze resultaten niet geadviseerd worden om neurofeedback te geven aan kinderen die neurocognitieve problemen hebben na de behandeling voor een hersentumor. Het is belangrijk dat de zoektocht door blijft gaan naar interventies die deze kinderen wel kunnen helpen bij de diverse gerapporteerde late effecten. De toekomstige LATER studie zal hier aan bijdragen.
Dit project betreft een voormalig Tom Voûte Fonds project en is door KiKa overgenomen.
Onderzoek: 177
Startjaar: 2008
Looptijd: 6 jaar
Afgerond in: 2015
Totale kosten: € 147.977
Bijdrage Tom Voûte Fonds: € 65.452
Bijdrage KiKa: € 82.525